Het is intussen duidelijk geworden dat ik geen krak ben in het structureel bijhouden van een blog. Met duizend en een dingen ben ik tegelijk bezig. Want natuurlijk doe ik meer dan circussen bezoeken en voorstellingen bekijken.
Twee weken geleden bijvoorbeeld was er een ontmoetingsdag in het stripmuseum te Brussel voor iedereen die interesse had rond immaterieel erfgoed. Ze hadden mij gevraagd om er, samen met drie andere groepen, mijn onderzoek uit te lichten. De eerste werkgroep richtte zich op de kunst van het broodbakken. Tot in de puntjes voorbereid stelden ze hun werk voor. Hun powerpoint was een schoolvoorbeeld van een echte presentatie. Mijn zenuwen werden met de minuut meer gespannen.
Na mijn glorierijke schoolloopbaan word ik draaierig van het woord powerpoint alleen al. Ik had dus besloten om daar olijk van af te zien. Een tekstje had ik wel voorbereid maar ik wist niet of het volgens de verwachtingen van dit officiële publiek ging zijn.
De tweede bespreking was er een van een kunstsmid. Ook hij had duidelijk veel voorbereiding gestoken in het maken van zijn presentatie. Hij leerde allen die aanwezig waren over het bestaan van 'ciseleren'. Ik moet toegeven dat ik slaperig werd van het lange zitten. Maar bij elke klik van de muis die een volgende slide aankondigde ging ik harder schuifelen op mijn stoel. Mijn handen werden er zelfs beverig van. Ik had graag als eerste de revue gepasseerd. Dan was alles direct achter de rug en kon ik genieten van de overige presentaties. Het beleid had daar duidelijk een andere mening over. Zo'n clown, dat is wel een goeie afsluiter dachten ze.
Het derde groepje bracht niet alleen een powerpoint naar voor. Hun onderzoeksdomein was er eentje van een gil van blijdschap. De introductie van hun was een zangstonde gebracht door de vrouwen van onder andere de moslim gemeenschap. Wat een prachtig idee dat er hier achter school. Ze wilden een stem geven aan zij die het meeste moeite hebben om hun stem te laten horen.
Intussen had ik mijn trompet bij de hand genomen in afwachting van mijn beurt. Het publiek was anders dan ik gewend ben. Iedereen die mede verantwoordelijk was voor het toekennen van mijn beurs was in de zaal aanwezig. Het was allemaal lekker officieel en er hing een serieuze sfeer. Voor ik aan het woord mocht werd ik voorgesteld. Mijn knieën begonnen bij elk woord van mijn aankondiging meer en meer te knikken. De presentatrice had met de introductie al een derde van mijn eigenste presentatie overgenomen. Desalniettemin begon ik schijnbaar onverschrokken aan mijn inleidend stukje trompet. Aangevuld met een cascade over het trapje. (Een cascade in menselijke taal wilt zeggen dat ik viel. Maar dan niet echt natuurlijk) Hoewel het publiek gezapig begon te lachen vond ik door mijn zenuwen de afsluiter van mijn liedje niet terug. Voor mij leek het alsof er een immense scheet uit mijn trompet kwam.
Ook de klanken van mijn klarinet waren beverig. Gelukkig voor mij is de klank van het instrument waarmee ik afsloot als de huilbui van een hongerig baby. Ik sloot namelijk af met de zingende zaag. Hoewel ik van mijn presentatie maar klein was geworden leek het toch in de smaak te vallen van het publiek. Als clown kom je meestal goed uit gênante situaties. Erger nog, hoe gênanter, hoe beter. Ik vertelde wat ik onbelangrijk vond en vergat de belangrijkste punten van mijn tekst. Maar al bij al was iedereen precies enthousiast.
Achteraf was er nog een netwerk moment. Dat was nieuw voor mij. Vrolijk gemaakt door mijn glas champagne dat maar niet op raakte praatte ik er met iedereen op los. Er kwam een man me uitvragen over de kostuums van de witte clown. Na een tijdje aan het woord te zijn onderbrak hij me en zei: “Ik ga een kostuum voor je maken.” Hij stelde zich voor als Aravinda Rodenburg, bespoke tailor. Hij was een van de meesters die een beurs had gekregen voor zijn vakgebied. Het maken van kledij op maat.
Waarschijnlijk hebben wij zo het eerste vakoverschrijdende erfgoedproject die gesteund wordt door de Vlaamse Overheid.
Een dag kan toch aardige wendingen aannemen.
To be continued...
Comments