In ’t kort Geboren als Laurent Lavend’homme op 9 november 1967 in Binche Werkte bij Circus Krone, Circo Italiano, Circus Christiane Gruss, Circus Emiliene Bouglione, Circus Christiane Bouglione, Circus Medrano, Circus Rose Marie Malter, Fossett’s Circus, Circus Zalewski, Circus Merano, Circus Paul Busch
In ’t lang “Ik weet niet vanwaar het komt. Het zat niet in mijn bloed en er is geen specifiek moment wanneer ik het zeker wist. Mijn naam is Laurent Lavend’homme en ik ben clown. Niemand wist het, maar ik heb het altijd al geweten.
Als kind ging ik veel naar het circus kijken. Vooral de grote circussen van Jean Richard en Bouglione deden me dromen. Ze hadden grote voorstellingen met grote tenten en alle dieren. De affiches waren prachtig en hingen overal in de stad op huizen en bruggen. Naast de voorstelling interesseerde mij vooral het materiaal: de tent, caravannetjes en de props van de artiesten. Het was het universum van het circus. Maar bovenal de clowns trokken mijn aandacht.
Ik was een heel schuchter kind en liet nooit mijn vrienden lachen op school. Toch wist ik diep van binnen: ik zou clown worden. Daarom leerde ik notenleer en trompet. Want een clown, die speelt muziek. Op een dag stootte ik in de bibliotheek op het boek van Mimile, een Gentse jongen die niet in het circus geboren was maar per toeval een groep clowns leerde kennen. Uiteindelijk had hij een grote carrière als clown. Het werd mijn bijbel.
Tijdens een schoolvoorstelling werd ik herboren als de clown Tony Carlini. Samen met een vriend-trompettist besloten we om de act van het ei en het bordje te brengen. Tijdens deze act wordt een rauw ei in de lucht gegooid en terug opgevangen op een bordje. Maar natuurlijk breekt soms het ei, en soms het bordje. Nadien kregen we direct twee contracten aangeboden en zo ging de bal aan het rollen.
In 1989 stond Circus Krone, het grootste Europese circus, op het Sint-Pieters-Plein in Gent. Het was helemaal uitverkocht. Toch ging ik erheen om naar de dieren te kijken. In de menagerie botste ik op Tony Alexis, een clown met naam en faam. Ik vroeg hem om een handtekening en gaf hem tezelfdertijd mijn kaartje. Hij had veel interesse in mijn muziekkennis; ik speelde trompet, klarinet, sax en xylofoon. Hij vroeg mijn telefoonnummer en liet me binnen in de overvolle tent.
Twee jaar later rinkelde op een dag de telefoon. Het was Tony Alexis die uit Oostenrijk belde met het nieuws dat zijn witte clown gaan lopen was. Hij vroeg of ik die rol op mij wou nemen. De beslissing was snel gemaakt. In het grootste circus van Europa werken, wat een kans! Mijn familie dacht dat ik stront ging moeten rapen als knecht. Ze beseften niet hoe groot Krone wel was. Maar vanaf eind augustus stonden we in België. Daar heeft mijn familie de ogen uitgekeken! Ik was er de spreekstalmeester van de voorstelling. De krant kwam me interviewen en ze maakten een vedette van me. Maar eigenlijk was ik nog maar pas begonnen. Het was een geweldige ervaring.
Na Krone kwamen Circus Carré, Circus Charlie Weyns en Circus Rose Marie Malter, dat ik als kind heel vaak gezien had. Het was een eer om in het toenmalige grootste Belgische circus op te treden. We deden er alles. Reclame maken, montage, demontage, transport en voorstelling. Daarna gingen we nog eens feesten in de discotheek. Wat een tijd!
De zwaarste tournee die ik heb meegemaakt was zonder twijfel die van Merano in Noorwegen. Elke dag stonden we in een andere stad en telkens waren er honderden kilometers tussen. Tijdens midzomernacht stonden we op enkele kilometers van de Noordkaap onder de middernachtzon. We waren als zombies, wisten niet of het nu dag was of nacht. Daarna vertrokken we naar de Russische grens. Het was echt het einde van de wereld. Na uren rijden door een kaal, grijs en rotsachtig landschap kwamen we aan een kruispunt met een drietal huizen. En toch was het circus bomvol. Geen mens wist vanwaar het publiek kwam, maar de mensen waren talrijk en in hun traditionele klederdracht soms mooier uitgedost dan de artiesten.
Het circus liet me floreren. Als schuchtere jongen mocht ik in de grootste circussen werken en elke dag leerde ik iets bij. Het was een harde maar prachtige tijd.”
Opmerkingen