Laat me niet lachen: Rosie Carbonari
Gepost op 17 juni 2019 · humor · laat me niet lachen
In een tweejarig onderzoek graaft circusartiest Bram De Laere onder het stof van 250 jaar circusgeschiedenis op zoek naar de oerziel van de clown. In deze rubriek brengt hij telkens een belangwekkende circusclown voor het voetlicht. Deel II: Rosie Carbonari (°23/06/1950, Sasuollo, Italië – momenteel actief bij Circus Pipo).
(c) Michiel Devijver
“Mijn vroegste herinnering aan het circus? Ik was zes. Ja, op die leeftijd stond ik al in de piste. Samen met mijn zus deed ik een nummer met acrobatische fietsen en eenwielers. Maar ook nog van alles anders: klassieke dansjes, lenigheidsoefeningen, … Naar school gingen we niet. Daar was geen tijd voor want elke dag verhuisden we met onze tent. Uitgezonderd veertig dagen in de winter. Dan ging ik naar een school waar klassieke dans en flamenco onderwezen werd. Al het overige leerden we van onze ouders.
Mijn moeder was een slangenmens en vloog hoog in de trapeze. Eleonora Franchetti was haar naam. Ook ik was bijzonder lenig, maar ze verbood me om als slangenmens op te treden. Mama wilde vermijden dat ik net als zij op latere leeftijd overal pijn zou krijgen. En natuurlijk droomde ik ervan om even sierlijk als zij in de lucht zweven. Maar ook dat werd mij verboden. Ze wilde dat ik veilig met mijn voeten op de grond bleef. Dus moest ik mij specialiseren in fietsoefeningen. Ze dacht dat dat veiliger zou zijn, maar niets was minder waar. Ik brak mijn pols, mijn schouder, mijn voet en toen ik op een dag schouderstand deed op de fiets kwam mijn vinger terecht tussen de ketting en de tandwielen. Mijn vinger bleef in de piste liggen terwijl ik verder op de fiets in evenwicht bleef. Wat een spoor van bloed, mamma mia!
Anselmo, mijn vader, was een goede acrobaat en een echte august. Hij sprong salto na salto en deed een nummer waar hij door brandende ringen sprong. Toen waren er nog veel dieren in het circus en met toestemming van de dompteurs sprong hij tussen de bulten van een kameel of over een olifant. Als clown werkte hij samen met mijn broer die hem in smoking bijstond als faire valoir. Dat is eigenlijk de rol van de witte clown maar dan zonder de maquillage en het klassieke kostuum.
Toen ik negen was zijn we naar Spanje vertrokken. Tijdens de vakantie in Sevilla deden we zes voorstellingen per dag. Het was er veertig graden in de schaduw, in de tent liep het zeker op tot zestig graden. Maar het zeil mocht niet omhoog om te verluchten, anders konden alle kwajongens van het dorp gratis de tent insluipen. De eerste voorstelling startte om vijf uur in de namiddag. Bij de laatste voorstelling, wanneer ik mijn finale groet deed, was het reeds acht uur ’s morgens. Iedere keer opnieuw zat de chapiteau bomvol. Het waren gouden tijden. Als ontbijt aten we churro’s met warme chocomelk op de kermis om daarna doodvermoeid in bed te kruipen. Ik was mager als een skelet maar sterk als een stier.
Op mijn drieëntwintigste heb ik mijn echtgenoot leren kennen in het circus. Een jaar later waren we getrouwd. Het was een zeer bescheiden huwelijk. Aangezien er in het weekend altijd voorstellingen waren, vond mijn vader dat we op maandag moesten trouwen. Veel volk was er die dag niet. Al mijn familie en vrienden werkten in het circus en iedereen was bezig met de verhuis van de tent en woonwagens naar een volgende plek.
(c) Michiel Devijver
Uiteindelijk ben ik een witte clown geworden. Vooral omdat er toen veel vraag naar was, maar eigenlijk vond ik dat autoritaire personage helemaal niet zo leuk. Veel te strikt en te streng. Er zijn maar weinig witte clowns die een goede mix van autoriteit en charme hebben. Maar omdat ik deze rol blijkbaar voortreffelijk vervulde, hield het ons wel aan het werk. Het is jammer dat er nu nog maar weinig klassieke clownsduo’s zijn. Een uitgebalanceerde samenwerking tussen een witte clown en een august kan alles naar een hoger niveau brengen. Het is de taak van de witte clown om als chef te op te treden, maar telkens komt de august hem storen om de show te stelen. Zo moet de witte clown zijn plaats als hoofdrolspeler telkens opnieuw afstaan zonder daarbij zijn autoriteit te verliezen. De wittekop moet ook aanvaarden dat het applaus meestal naar de august gaat. Deze personages maken deel uit van het echte circus.
Het clown zijn zit bij ons in de genen. Mijn dochter Ilaila was lange tijd de witte clown van haar man, Charles Pauwels en zijn broer Marquis Jr. Pauwels. Ze brachten de entree van de ballonnen. Ilaila kwam binnen met een drietal ballonnen en een pistool. Ze zocht vrijwilligers om de ballonnen vast te houden zodat zij ze kon kapot schieten. Hier kwamen Charles en Marquis als august van pas. Tientallen ballonnen knalden er zonder dat er maar een schot werd gelost. De broers waren zo goed op elkaar ingespeeld dat er ooit zelfs iemand in zijn broek plaste van het lachen. Maar Ilaila heeft nooit de make-up en het kostuum van de witte clown gedragen. Ze bracht een moderne versie van het klassieke personage.
Ook de jongste generatie zet de traditie van de clownerie voort. Mijn kleinzoon Charlie speelt de rol van august in het Circus Pipo. Ik probeer hem mijn kennis over te dragen maar het is aan de nieuwe generatie om haar eigen weg te vinden. Mijn beste tijd in het circus heb ik gehad. Nu is het mijn taak om de liefde voor het circus door te geven aan het nageslacht. Leve het circus!”
(c) Michiel Devijver
>> Dit artikel verscheen in Circusmagazine #59 (juni 2019) // Auteur: Bram De Laere // Foto’s: Michiel Devijver // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
interessante materie en boeiend geschreven, het smaakt naar meer